Lanzerac Chardonnay

Lanzerac is een grote naam in de Zuid-Afrikaanse (wijn)geschiedenis. Het begon allemaal meer dan 300 jaar geleden toen toenmalig Goeverneur van de Kaap, Simon van der Stel (naar wie Stellenbosch) genoemd is, een domein in de Jonkershoek vallei schonk aan een zekere Isaac Schrijver. Hij begon onmiddellijk met het planten van wijngaarden. In het begin van de twintigste eeuw werd het domein gekocht door Mevrouw English, die het de huidige naam “Lanzerac” gaf. Onder haar leiding werden de eerste wijnen onder eigen naam op de markt gebracht. Na haar dood in 1929 kocht Johannes Tribbelhorn het domein. Hij was een lid van de “Cape Quality Wine Growers Association” en tegen 1936 had hij de modernste kelder van de Kaap. In 1958 kochten de gebroeders Rawdon Lanzerac. Ze vormden het om tot een luxe hotel dat tot in de jaren 1980 bezocht werd door de rijken der aarde, o.a. Bobby Kennedy verbleef er. De merknaam Lanzerac werd echter verkocht aan de “Stellenbosche BoereWijnmakerij” (voorloper van het huidige Distell), die eveneens het bestuur van de wijngaarden overnam. In 1961 bracht SBW de eerste commerciële Pinotage op de markt en in 1969 was er de introductie van Lanzerac Pinotage Rosé.

In de jaren ’80 raakte Lanzerac in verval tot het in 1991 gekocht werd door Christo Wiese. Hij gaf het domein zijn vroegere glorie terug en verkreeg in 2002 eveneens de merknaam voor de wijnen. Een compleet nieuwe kelder met de modernste technologie heeft ondertussen ook de wijnen hun vroegere glorie teruggeven.

Lanzerac heeft 5.44ha wijngaarden beplant met chardonnay. De hoogte varieert tussen 166 en 375m en de oriëntatie is zuidelijk. De grond bestaat voornamelijk uit klei en zandsteen. Er staan 3600 stokken per ha en de gemiddelde opbrengst bedraagt 9.2 ton/ha. De ouderdom van de stokken varieert van 10 tot 19 jaar.

De druiven worden met de hand geoogst, wat voor een eerste selectie zorgt omdat enkel de goede druiven geplukt worden. De volledige trossen worden geperst om een duidelijk fruit karakter te bekomen. Na persen rust het sap gedurende 48 uur waarna 75% naar Franse eiken vaten gaat voor gisting en 25% naar roestvrijstalen tanks. Na gisting blijft de wijn nog enige tijd op zijn droesem in het vat. Het vat uit de tanks en de vaten veroudert uiteindelijk nog 7 maanden op kleine Franse eiken vaten.